Mijn dag begon gisteren als een typische dinsdag. De wekker eerst 10 keer snoozen en vervolgens lekker haasten om op tijd op werk te zijn, maar het lukte me hoor. Om 5 voor 9 zat ik netjes op m’n plek met een kopje thee. Ik scrolde door het nieuwsoverzicht van Facebook en las daar dat Nederland in de middag te maken zou krijgen met zware windstoten, regen en nog meer ellende: code geel (zoals altijd zwaar overdreven, dacht ik). Aangezien ik lekker binnen zat kon me dit vrij weinig schelen. Dat wil zeggen, tot ik later die avond thuis kwam en het complete hek van onze achtertuin ongeveer in delen verspreid lag door de hele straat. Wat een ellende (Michella voice).
Waar de tranen begonnen
Na de vent die het hek geplaatst heeft onder hormonale toestanden vriendelijk toe te spreken via de telefoon gingen Borai en ik buiten op zoek naar de rest van onze tuin inboedel, want ook daar ontbraken een paar dingen. Wat ik eventjes helemaal gemist had was een stuk hek dat uitstak. Een soort raamwerk van ijzer waar elke debiel met een grote boog omheen zou lopen, behalve ik. Getroffen door de wind, met m’n haren vol in m’n gezicht, onhandige Isabel Marant’s aan m’n toch al instabiele poten dacht ik blijkbaar dwars over dat hek heen te kunnen gaan. FOUT. Dus daar lag ik dan. Op m’n bakkes. En op m’n baby. Uit een soort moederlijk instinct probeerde ik nog met man en macht niet op m’n buik te landen, maarja mission failed. Maar Borai kreeg ook een soort oerkracht hoor. Van schrik trok hij me zo die grond af (geloof me met 33 weken zwangerschap is dit lichaam ook wat zwaarder geworden) en stond ik binnen 5 seconden weer op m’n benen. “Gaat het vroeg hij?”. Ik denk dat m’n tranen genoeg zeiden.
Ik nam de schade in me op. Beetje kapotte linker hand. Nog meer kapotte rechter hand. Nog ergere kapotte panty. Kapotste rechter knie en een schouder waar ik nog even niet van kon zeggen hoe kapot deze was. Maar het allerbelangrijkste checkpunt was natuurlijk de baby! In de minuten voordat de ellende was begonnen zat ze nog vrolijk in m’n buik rond te springen, of chagrijnig als ze op d’r moeder lijkt. Het was tenslotte etenstijd #hangry. Dus daar stond ik dan. Midden in de woonkamer, handen op m’n buik, gefocust op m’n baby. Ik voelde niets. Het was stil. Nou daar ga je dan hè. Alle ramp scenario’s zijn voorbij gekomen. Borai bleef rustig en overtuigde mij ervan dat ze aan het slapen was, gewoon vermoeid van de dag. Tenminste hij dacht dat hij me had overtuigd.
Het begin van 24 uur
Toen ik niets bleef voelen zocht ik steun bij m’n nieuwe bff Google. Ik las op elk forum dat een zwangere gevallen vrouw altijd de verloskundige moet bellen. Nou ben ik geen held in het opbellen van elk persoon met medische achtergrond, iets met uitstel gedrag, maar als het om je kind gaat zit die telefoon razendsnel aan je oor kan ik je vertellen. De verloskundige gaf aan dat het erg verstandig was dat ik had gebeld (applausje voor mezelf) en dat ze er gelijk aan kwam om wat controles uit te voeren. Mijn bloeddruk werd gemeten en de hartslag van de baby. Beide waren goed en dus waren wij opgelucht. Maar toen kwam het. Als een zwangere vrouw is gevallen kan er binnen 24 uur iets mis gaan met de placenta en / of de baby en word je dus doorverwezen naar het ziekenhuis voor een 24 uurs (!) opname. En daar kwamen ze weer, die tranen. Het was de schrik, de hormonen of allebei. Of het feit dat ik nog steeds niet had gegeten, kan natuurlijk ook.
Onderweg naar het ziekenhuis kreeg ik een heel gek gevoel. Ga je toch opeens nadenken over het feit dat je over enkele weken in dezelfde auto naar hetzelfde ziekenhuis zit, maar dan om je baby te gaan ontmoeten. En waarschijnlijk met erg veel pijn, maar als ik daar te veel over nadenk ga ik kotsen van paniek. Dus dat deed ik maar niet. We hadden de auto net schoon gemaakt. Aangekomen in het ziekenhuis mocht ik naar de afdeling Verloskunde en kreeg ik een kamer toegewezen. Bloedgezellige kamer kan ik je vertellen met als basiskleur geel en accentkleur oranje. Alsof ik me nog niet kut genoeg voelde. De baby werd gelijk gecheckt via een hartfilmpje en echo en mijn toch al kapotte arm werd nog meer kapot gemaakt door het afnemen van bloed, maar het gaf allemaal niks want de hartslag van de baby zag er goed uit en ook de placenta zat nog netjes op z’n plek. Nu ik gerust gesteld was maakte de stress plaats voor honger. Jammer dat alleen de Mc Donalds op loopafstand nog open was zo laat op de avond. Ik had natuurlijk helemaal geen trek in een Big Mac menu.
Chronisch slaap
Na een bakje fritessaus te zijn verloren ergens op m’n kin maakte ik me klaar om te slapen. Een nacht alleen, zonder Borai. Ook een uitdaging hoor. In de 4 jaar dat we samen zijn hebben we praktisch nooit zonder elkaar geslapen. Maar goed ik dacht met een paar kussens kom ik vast een heel eind. Dat was nog voordat ik het aantal kussens dat bij m’n bed hoorde had bestudeerd. Waar je zou verwachten dat je op een afdeling vol zwangere vrouwen minimaal 2 kussens zou aantreffen al dan niet vergezeld door de welbekende “slang” ofwel voedingskussen ter ondersteuning van je buik moest ik het doen met ÉÉN kussen. Ik vraag me af hoe veel vrouwen daar al ruzie om hebben gemaakt. Of ben ik de enige die als een Oerang oetan tekeer kan gaan over het missen van een kussen? Nah goed, je snapt vast dat ik dus niet veel later een extra kussen tot mijn beschikking had EN een slang. Nu nog in slaap komen. Of niet. Ik heb toch al een chronisch slaaptekort.
Met 4 uur slaap achter m’n kiezen stond ik op met een beurs gevoel in m’n hele lijf. Logisch ook na zo’n klap, maar leuk is anders. Vandaag ben ik nog een paar keer aan de plakkers gelegd en is de baby gecontroleerd. Op wat harde buiken na zag alles er top uit en kon ik aan het einde van de middag lekker naar huis zodat we gewoon thuis konden eten. Dat ziekenhuisvoedsel is niet te doen. We zijn super blij dat alles goed gaat met onze kleine en de volgende keer dat code geel om de hoek komt kijken blijf ik binnen en laat ik dat vallen over aan anderen.